Welke materialen zijn er gebruikt? Hoe drijven de tuinen? Welke planten groeien er? Wat is de gedachte achter de verschillende tuinen? Dit soort vragen heeft geleid tot een Programma van Eisen waar al deze tuinen allemaal aan voldoen. Hier lees je meer over de algemene uitgangspunten én hoe elke tuin anders is. Bij elke tuin zijn andere partners betrokken geweest, en een aantal tuinen is in co-creatie gemaakt.
Foto Waterkaravaan met kanovaarders: Coen Dijkstra
Hoe maak je een drijvende tuin als je geen plastic of piepschuim wil gebruiken? Hoe zorg je voor voldoende drijfvermogen ook als de planten steeds zwaarder worden? Welke lokale materialen zijn hiervoor geschikt, en kun je ook restmaterialen gebruiken? Welke onderdelen moeten lang mee gaan en welke onderdelen mogen sneller composteren onder natuurlijke omstandigheden?
Het uitgangspunt daarbij is dat het casco en de verbindingen heel lang meegaan, maar dat sommige initiële structuren mogen vergaan: wortelpakketten van de planten zelf nemen dit voor een deel over. Zo kun je meer lokaal en natuurlijke materialen toepassen.
Hoe creëer je voldoende luwte tegen stromingen, golven en wind? Hoe maak je structuur, een driedimensionale matrix die houvast biedt aan plantenwortels en (micro)organismen? Hoe start je een voedselketen?
Er worden inheemse (gebiedseigen) planten gebruikt die hier passen, en die ook een waardplant zijn voor lokale insecten en dieren. Er zijn veel verschillende oever- en waterplanten aangeplant, en het zal nog moeten blijken welke planten het beter of minder goed doen. Kwekers van waterplanten zijn nauw betrokken bij dit project, wat je een experiment mag noemen. Vooral als de planten ónder water goed gedijen zijn we mat name heel tevreden. Ze hebben het namelijk best zwaar in de stad, en het is een flinke uitdaging.
Er zijn planten geadopteerd na de schouw (als ze de sloten ruimen in het najaar), er zijn planten lokaal voor dit project opgekweekt, en er zijn planten van kwekers aangeschaft. Een belangrijke eis is dat ze tegen het matig brakke water van Amsterdam kunnen, wat in open verbinding staat met het Noordzeekanaal. Hier zit dus een beetje zout in, het percentage schommelt en hangt van veel factoren af.
Kortom: hoe creëer je een milieuverantwoorde, drijvende, robuuste biotoop die overleeft in de stad?
In de Herfst van 2025 worden de drijvende tuinen verplaatst naar de Kleine Noorder IJplas. Hier liggen ze rustig voor een meerjarig monitoring- en onderzoekstraject.
Het plan is om dit uit te voeren met steun en deelname van Rijkswaterstaat, Waternet, Waardenburg Ecology, en TAUW (ecologisch onderzoek) en sociale firma Amsterdams Grachtenhout (onderhoud). NOVAMBER zorgt voor inhoudelijke afstemming, ontwerponderzoek en publicatie van de resultaten.